Hier zit je bij hét grote voordeel van Stampin’ Up!: de kleuren die in alle materialen zijn doorgevoerd. Dat maakt het ontwerpen van je kaarten (en doosjes, albums, art journal etc.) makkelijk en leuk.

Er zijn 50 kleuren om uit te kiezen en deze komen terug in de inkt, het kaartkarton, het designpapier, de stiften, linten en strass-steentjes. Als je in een bepaalde kleurencombinatie blijft, past alles perfect bij elkaar.
En heel handig: op de verpakking van het designpapier staat welke kleuren daarin gebruikt zijn. Zo kun je meteen bijpassende kleuren inkt, kaartkarton en versierinkjes kiezen.

Deze zgn. kleurcoördinatie maakt ook dat je heel goed met een kleine set producten kunt starten.
Je begint bijvoorbeeld met een pakje designpapier dat je mooi vindt, kiest daar één kleur kaartkarton, één stempelset en twee kleuren inkt bij, en je kunt aan de slag. Alles past meteen al mooi bij elkaar. Daarna kun je je verzameling van lieverlee uitbreiden met materialen en kleuren, waarbij steeds alles op elkaar afgestemd blijft.

.

4 x 10 kleuren als basis

De basiskleuren van Stampin’ Up! zijn onderverdeeld in 4 kleurfamilies van elk 10 kleuren:

Producten zoals kaartkarton, designpapier, stiften en inkt zijn per kleur te bestellen, maar ook in assortimentspakketten. Dan krijg je alle kleuren uit één familie bij elkaar.

Werk je graag met natuurkleuren of huidkleuren? Dan zijn de natuurlijke tinten van de alcoholstiften (de Stampin’ Blends markers) misschien iets voor jou. Verschillende kleuren, bijv. Medium, Deep of Light zijn verkrijgbaar in tweetallen, per kleur: licht en donker.

.

2 x 5 trendkleuren als aanvulling

Naast de 40 basiskleuren komen er elk jaar 5 trendkleuren bij, de zgn. in-colors. Deze blijven twee jaar lang in de collectie, dus dat betekent dat je altijd 10 trendkleuren hebt: 5 van het lopende seizoen en 5 van het vorige seizoen.
Ook deze in-colors worden doorgevoerd in de inktkussens, navullingen, het kaartkarton, het designpapier, stiften, linten etc.

.

Eén kleur inkt is veel kleuren inkt

Bedenk dat je met één kleur inkt (dus één stempelkussen) zeker twee of drie, soms zelfs vier of vijf verschillende kleuren kunt maken. In de eerste plaats kan dat door ‘generaties’ te stempelen: je doet 1x inkt op je stempel en zet daar meerdere afdrukken mee. De afdruk wordt dan steeds lichter. Zo wordt rode inkt bij de tweede afdruk donkerroze en daarna lichtroze. Heel donkere kleuren inkt kunnen op deze manier wel vijf verschillende afdrukken geven.

Een andere manier is het vermengen van inkt met water. Doe wat inkt op een acrylblok (of in het deksel van het stempelkussen, door in de dichte doos te knijpen), doe daar wat water bij met een aquarelpenseel, en je kunt zoveel tinten maken als je wilt. Minder water geeft een donkere kleur, meer water geeft een lichtere kleur. Als je veel water gebruikt, zorg dan dat je aquarelpapier hebt voor het beste resultaat; dat bobbelt niet zo snel als gewoon papier.